Derde en vierde leerjaar van BS Sint-Joris keren honderd jaar terug in de tijd

Waarom werd de brug in het dorp enkele meters opgetild en verschillende keren opgeblazen? Wie is Isidoor Lemahieu van de Isidoor Lemahieustraat en waarom noemen ze ons dorp 'het dorp van de lattenklievers'?

Donderdag 26 mei 2016 kwamen de leerlingen van het derde en vierde leerjaar van de Vrije School St.-Joris in Beernem in aangepaste kledij naar school. Die dag keerden ze honderd jaar terug in de tijd, op zoek naar de geheimen van hun dorp. Samen met de Cultuurhistorische Kring Sint-Joris stippelden juf Nadine en meester Geert voor de kinderen een exclusief programma uit. Een Canadese majoor – ‘wat doet die hier?’ – gidste de leerlingen door het dorp en liet hen kennis maken met een duivenmelker die geheime boodschappen verstuurt, de behendigheid van een lattenkliever, de rituelen rond de Vrijheidsboom, de verhalen van de strenge ‘Suisse’ en zijn hellebaard, een verborgen kasteel en het geheime recept van de ‘stovekoeke’. De vrijwilligers van de Kring zorgden zowel voor materiaal als voor foto’s, werktuigen en de vakkundige uitleg. Dat maakte het verleden concreet en tastbaar.  Wedden dat de kinderen dat niet snel zullen vergeten?

Alles begon die dag met het bezoek van een duivenmelker en het lossen van enkele duiven. Die kregen aan hun pootje een boodschap mee. Zouden ze ermee naar hun hok vliegen? Dat zouden ze aan het eind van de dag te weten komen. De kinderen werden door een ‘Canadese majoor' door het dorp begeleid. Daarna werden ze ingewijd in de kunst van het latten klieven. De leerlingen genoten volop van het volksdansen onder de vrijheidsboom, en luisterden geboeid naar de verhalen over de ‘Suisse’ of kerkbaljuw met zijn hellebaard.

’s Namiddag trokken de kinderen naar het kasteel. Ook al ligt dat op  slechts enkele minuten van de school, tot nu toe bleef het onbekend terrein. In het duivenlokaal volgde de ontknoping  met de ontcijfering van de boodschap van de duif. De leerlingen verorberden er lekkere ‘stovekoeke’, pudding en vlaai. Enkele volksdansen op de speelplaats zorgden voor een mooi orgelpunt van deze blije, zonnige en leerrijke dag. De leerkrachten zijn erg tevreden over de dag en over de samenwerking met de erfgoedwerkers. Ze willen een dergelijke dag ook in de toekomst graag opnieuw voor het derde en vierde leerjaar inrichten.

Het project Buurten met Erfgoed landde dit schooljaar in de gemeente Beernem waar een aantal scholen, samen met de cultuurbeleidscoördinator Conny Lambert, op verschillende manieren rond het lokale erfgoed werken. Buurten met Erfgoed heeft als doel kinderen te laten proeven van het lokale erfgoed; maar om ook leerkrachten en erfgoedpartners te laten kennismaken met elkaar en samenwerking op te starten. 

De leerlingen wisten de dag zeker te smaken. Hun reacties over de middag waren unaniem: ‘het is een bijzonder leuke dag vandaag!’ Ze gaven aan vele nieuwe dingen over hun dorp te hebben geleerd. Hun vragende vingers gingen de hele dag voortdurend in de lucht. Ze keken er ook erg naar uit, en waren heel nieuwsgierig.

Juf Nadine: “Het was fijn om met de vrijwilligers van de Cultuurhistorische Kring samen te werken. Velen van hen zijn oud-leerlingen van onze school, en bij een kop koffie tijdens de middagpauze kwamen hun persoonlijke herinneringen naar boven. Over de zuster die losstaande melktandjes trok, een andere zuster die harmonium speelde… en het kattenkwaad dat ze uithaalden.

Juf Nadine Decock: “Donderdag 26 mei... de weergoden waren ons gunstig gezind. Onder een stralende zon konden we aan onze projectdag rond lokaal erfgoed in ons eigen dorpje Sint-Joris beginnen.

De leerlingen van het derde en vierde leerjaar kwamen in aangepaste kledij naar school want we keerden honderd jaar terug in de tijd. Alles begon met het bezoek van duivenmelker Hubert die  enkele duiven loste. Die kregen aan hun pootje een boodschap mee en we waren benieuwd of ze ermee naar hun hok zouden vliegen.

Daarna nam een Canadese majoor ons mee naar de plekken aan het kanaal waar vroeger een brug lag en de vroegere houtfabriek van Lemahieu stond. We zagen er ook het huisje van de 'kanaalwacht' tijdens de Tweede Wereldoorlog. Aan de hand van panelen met foto’s legden de mensen van de Cultuurhistorische kring alles uit. Zo werd de brug in Sint-Joris meerdere keren opgeblazen en later zelfs enkele meter opgetild om grotere boten door te laten. We weten nu ook waar de naam 'Isidoor Lemahieustraat' vandaan komt en waarom Sint-Joris het dorp van de lattenklievers wordt genoemd.

We werden ingewijd in de kunst van het latten klieven. Met het juiste materiaal en een 'spriet' of werkbank toonde Jean-Marie ons hoe alles vroeger in zijn werk ging. Wat moesten de mensen toen hard werken voor weinig geld! Vervolgens trokken we naar het Pelderijn waar de kinderen rond de vrijheidsboom een tweetal volksdansen dansten. Deze boom is  95 jaar oud en werd al eens met omhakken bedreigd.

Voor de middag werden we in de kerk onthaald door de 'Suisse' of kerkbaljuw in origineel pak en met  'hellebaard'. Hij vertelde ons verhalen over het beeld van Sint-Joris dat tijdens de oorlog werd begraven zodat de Duitsers het niet in beslag konden nemen. Het beeldje werd een vijftiental jaar geleden uit de kerk gestolen en in Parijs teruggevonden.

Het tweede deel van de dag speelde zich af rond het kasteel van Sint-Joris. We bezochten er het duivenlokaal waar we Hubert met  zijn duiven terugvonden. De boodschap was goed aangekomen: oef!, oef! Hubert toonde hoe je  de duiven inkorft en hoe je ze bij hun aankomst registreert. Wie weet  voelt er zich nog iemand geroepen om duivenmelker te worden...

Even later liepen we boswachter Marino tegen het lijf. Die vertelde ons het een en ander over het kasteel en nam ons mee naar de ijskelder.

Op school kregen we nog een 'stovekoeke',  pudding uit grootmoeders tijd en een stukje vlaai naar een oud familierecept. Deze prachtige dag kwam tot stand dankzij de fantastische steun van de cultuurhistorische kring van  Sint-Joris.